fbpx

Straf in Kazachstan

Ik vervloek de Kazachen en daarna mezelf. Met de auto door de steppe van Kazachstan rijden, wat een kut-idee! Ik spreek geen woord Russisch, er is niets (maar dan ook werkelijk niets) te zien en het lokale eten zou je aan je hond nog niet voeren.

Nee, de Kazachse steppe is geen pretje. De doorgaande weg is doorgaans niet begaanbaar en na een regenbui zie je het verschil tussen een plas en een kuil van een halve meter niet meer. De spoorlijn is meestal (maar niet altijd) de inidicatie dat je de goede richting op gaat. Als je een kameel ziet dan weet je dat er binnenkort een aantal aftandse tenten voorbij gaan komen. Warempel hebben deze simpele nomaden hun vee onder controle.

Slingerend probeer ik de modderweg te trotseren. Ergens tussen Aqtobe en Aralsk houdt de weg ermee op. Er is een omleiding ingesteld. De borden zijn eenvoudig te volgen maar ik twijfel of ik de goede richting op ga. Voor me reikt een sompig graslandschap zonder enig reliëf. De weg is als sneeuw voor de zon verdwenen.

Wegen Kazachstan?
Where the f*ck is de weg?

Opeens realiseer ik me dat ik er alleen voor sta. De afgelopen twee uur heb ik geen tegenligger gezien en van een verharde weg is al lang geen sprake meer. Ik zie een aantal bandensporen en besluit deze te volgen. Google maps geeft toch aan dat ik het juiste route heb gevonden. Doorrijden dan maar.

Aan de horizon verschijnt een huisje. Naar mate ik dichterbij kom, zie ik dat het een controlepost is. De politieagent is blij dat hij iemand tegenkomt en dwingt me daarom te stoppen. Hij sommeert me uit te stappen en mee te komen naar zijn kantoor.

Hij begint druk te praten. De Russische klanken klinken niet al te opbeurend. De kleine Gorbatsjov met z’n volgevreten wangen maakt wilde armgebaren. Als hij het woord ‘straf’ laat vallen weet ik dat het foute boel is. In het Engels een gesprek aan knopen is sowieso niet mogelijk. Snel iets improviseren dan maar. Uiterst opgewekt sla ik hem op de schouder en zeg: “Straf, sposebo (wat bedankt betekent in het Russisch)”.

Verbauwereerd kijkt hij me aan en antwoordt: “straf, no good”. Ik zet m’n breedste glimlach op en vraag hem vrolijk wat de route naar “Straf” is. Hij is hier duidelijk niet van gecharmeerd. Hij hoopt toch zeker 1000 Kazachse Tenges aan mij te verdienen. Snel pakt hij een boete formulier en herhaalt meerdere malen het woord ‘straf’. Ik pak het blaadje, draai het om en begin een route te tekenen met als eindbestemming ‘Straf’. Het vuur staat in zijn ogen. Ik blijf uiterst vriendelijk en probeer grappen te maken. Hij heeft wel door dat wij door de taalbarriere geen conversatie kunnen voeren.

Ik wijs in de richting van Aralsk en vraag bevestigend: “Aralsk, that way”? Hij antwoordt met ‘Da’. Ik sta op, geef het stuk chagarijn opnieuw een klop op de schouder en loop de deur uit. Zwaai nog even opgewekt en roep hem ‘sposebo’ toe. Hij is te beduusd (en ongetwijfeld te bezopen) om erop te reageren. Snel start ik de motor en vervolg mijn weg in het ledige. Wat is dit toch een heerlijk land!!

vrachtwagen Kazachstan
Met m’n Oezbeekse mattie vervolg ik de rest van de route